Zwolle – Digitalisering vindt in recordtempo plaats binnen de wereld van de kunst & cultuur. Het publiek mocht in één keer niet meer fysiek naar optredens, voorstellingen, exposities et cetera gaan. Om deze reden richtte de sector zijn pijlen snel op digitalisering. Een onderdeel dat voor de coronacrisis nog flink ondergewaardeerd was binnen de kunst- & cultuursector. Welke stappen zijn er gezet en hoe ziet de toekomst eruit?
Door: Stan op de Weegh
De kunst- & cultuursector begint aan een nieuw tijdperk. Een tijdperk waarin digitalisering een grotere rol gaat spelen binnen de sector. Kennisinstituut cultuur & digitalisering (DEN) draaide overuren tijdens de coronapandemie. Pepijn Lemmens, adviseur bij DEN, zag een groot tekort aan kennis: “De kunst- & cultuursector liep op digitaal gebied enorm achter. Er was een gebrek aan kennis binnen de kunst- & cultuursector. Door de coronapandemie is de digitalisering echt als een raket gestegen, dat merken wij ook. Er zijn meer adviesaanvragen en meer bezoekers op de website.”
Digitale verdienmodellen
Ook in tijden van de coronapandemie moet er natuurlijk gewoon geld worden verdiend binnen de kunst- & cultuursector. Helaas is deze al langere tijd op slot, dus hoe doe je dat? “De meesten kloppen bij ons aan voor het digitaliseren van collecties, het opzetten van digitale verdienmodellen en vragen over mogelijkheden voor makers. Dat digitaliseren kost namelijk veel geld en dat geld willen ze ook weer terugverdienen, of ze willen er een product omheen bouwen”, legt Lemmens uit.
Vooral binnen de podiumkunsten was er een gebrek aan oplossingen. Hoe moet een sector die afhankelijk is van fysiek publiek nu geld verdienen? Mirjam Terpstra, directeur Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK), licht één van de spelers binnen de podiumkunsten uit, die zo’n digitaal verdienmodel heeft gecreëerd: “Het Noord Nederlands Toneel heeft een virtueel theater gebouwd. Hier kun je net als bij een afhaalrestaurant een menu bestellen, alleen krijg je hier een aantal voorstellingen via livestream en individueel werk van kunstenaars thuisgestuurd. Een soort van inspiratiebox voor thuis op de bank.”
“De grote spelers, zoals het Internationaal Theater Amsterdam (ITA) of de Nationale Opera & Ballet et cetera, hebben er het meest bij te winnen. Deze organisaties hebben ook een buitenlands publiek en met dat streamen kunnen ze dus een nog groter publiek bereiken. Dat is interessant”, vult Terpstra aan.
Kennisontwikkeling
Er zijn digitale stappen gemaakt, maar hoe moeten we nu verder? “De focus ligt nu op kennisontwikkeling, met extra aandacht voor de makers. We hebben ook een DEN-academie voor managers en directeuren om zo echt de kennis en kwaliteit te borgen. We bieden op dit moment twee trainingen aan. Een ééndaagse training die zich vooral richt op hoger management. Hier moet je op heel praktisch niveau dingen doen. Ook bieden we een driedaagse training aan. Deze richt zich op directeuren en interne bestuurders. Hier wordt gekeken hoe je omgaat met je digitale strategie. Wij noemen dit een digitale transformatie. Je bent niet alleen je producties aan het digitaliseren, maar je hele proces. Je hele organisatie. We kijken naar de sterke en zwakke punten en vervolgens kijken we hoe we deze kunnen verbeteren. We proberen de deelnemers mee te geven om breed te kijken en te ontwikkelen. Niet alleen op projecten of afdelingen gericht, maar een globale digitale strategie maken voor hun hele organisatie. Ons doel is om de kennis te borgen, om deze vervolgens voor iedereen beschikbaar te stellen”, vertelt Lemmens.
Situatie Nederland
Dat er digitalisering heeft plaatsgevonden is duidelijk. Hoe staat Nederland er dan digitaal voor? Wat hebben we geleerd? “Nederland staat er best wel behoorlijk goed voor op digitaal gebied. De cultuursector is hier überhaupt best levendig, ondanks de moeizame financiering. Op een heleboel plekken lopen wij best wel voor op gebied van digitalisering. Wereldwijd doet Nederland het best goed op dit vlak”, zegt Lemmens.
“We acteren redelijk snel, maar of we echt veel leren weet ik nog niet. Er gebeurt heel veel en dat versterkt de leereffecten. Wij zijn meer doeners dan denkers. Nederlanders beginnen vaak maar ergens, vinden elkaar en dan ontstaat er echt iets. De landen om ons heen denken eerst breder na over dingen, voordat ze een stap zetten. Dat is niet overal zo natuurlijk. Dat leereffect kan sterker, maar onze grote kracht is ook vooral ons doorpakvermogen Een balans tussen samenwerken en kennis delen kan nog sterker. Het doel is om nu meer digitale kennis te delen en vervolgens kunnen we dan beginnen met een voorsprong”, vult Lemmens aan.
Toekomst
Nederland heeft tijdens de coronacrisis een enorme stap gezet binnen de digitalisering van de kunst- & cultuursector. Wat gaat er nu gebeuren met al die progressie? “Deze digitalisering is erg mooi. Wel geloof ik dat mensen weer neigen naar live ervaringen. Het digitale is mooi en zal ook niet meer verdwijnen, maar het zal de live ervaringen niet vervangen. Wel zullen we in de toekomst een combinatie van live en digitaal ervaren, iets wat vóór de coronapandemie nog niet echt bestond”, zegt Terpstra.
Ook Pepijn ziet het digitale plaatje niet meer verdwijnen: “Mensen raken steeds meer overtuigd van de digitalisering. De waarom-vraag is vervangen door de hoe-vraag. Denk aan vragen als: Hoe maak ik een digitaal verdienmodel of hoe ontwikkel je een goede combinatie tussen fysiek en digitaal? Deze hoe-vragen zullen we in de komende jaren steeds meer met elkaar gaan beantwoorden. We hebben veel geleerd en nu gaan we verder. We moeten vasthouden wat we hebben geleerd en ons richten op het consolideren en financieren van de digitalisering binnen de kunst- & cultuursector. In de toekomst zullen er één of meerdere platformen komen, waarin je de digitale collectie van de Nederlandse kunst- & cultuursector kan raadplegen, ongeacht waar deze vandaan komt. Als je echt een lange lijn naar de toekomst wil trekken, is dat volgens ons een hele belangrijke.”
留言